1. Lactatie
Na gemiddeld 147 dagen dracht worden de lammeren geboren. Het hormoon dat rond de geboorte actief is om de weeën op te wekken zorgt er ook voor dat de melkgift start. Een ooi die melk geeft noemen we een lacterend schaap; een schaap dat in lactatie is. Het op gang brengen van de melkproductie kost heel veel energie. Goed ruwvoer is niet voldoende.
Voor voldoende melkproductie en melk van goede kwaliteit moet een goede brok worden aangeboden. Een standaard brok of onderhoudsbrok is bij hoog productieve dieren vaak niet toereikend. Een energie- en eiwitrijke brok zoals Voerwaarts Schapenbrok Lacto is aan te raden. Verstrek de eerste week na het lammeren1 kilo brok per dag. Daarna de voerhoeveelheid afstemmen op het aantal lammeren. Bij een ooi met een eenling 700g per dag, bij een ooi met een tweeling 1kg per dag. En maximaal 1,3kg per dag bij een drieling. Geef in deze periode extra aandacht aan de beschikbaarheid van vers en schoon drinkwater. Een ooi die veel (droog) krachtvoer eet én veel melk produceert, heeft een grote behoefte aan drinkwater tot wel 10 liter per dag!
Het belang van biest kan niet genoeg worden benadrukt. Biest, of colostrum, is de eerste melk van een ooi die naast voedingsstoffen ook rijk is aan essentiële antistoffen. Als de ooi voor de lammeren zorgt, is het lastig om te bepalen hoeveel de lammeren binnenkrijgen – let in dat geval op de buikvulling van de lammeren. Bij moederloze opfok of een ooi die te weinig biest geeft moet (kunst)biest met de fles worden verstrekt. Bij flesvoedering mag een lam van 2 kg 100 ml biest per keer krijgen, een lam van 4 kg 200 ml. Bij hele kleine lammeren (<1,5 kg) is het extra belangrijk dat ze zich niet overdrinken, omdat het oprekken van de lebmaag te voorkomen. Voor de biestverstrekking gelden vier V’s:
- Veel: verstrek 200ml biest per kilo lichaamsgewicht in de eerst 24 uur;
- Vlug: na 24 uur wordt de immunoglobine uit de biest niet meer opgenomen in de darmen;
- Vaak: 6 keer daags biest verstrekken; kleine porties per keer;
- Vers: als biest te oud wordt, loopt de kwaliteit (van de eiwitten) terug.
2. Uierontsteking
Bij ooien die in de derde of vierde week na het aflammeren uierontsteking krijgen, ligt de oorzaak vaak in te weinig voer. De lammeren vragen enorm veel melk en als het aanbod te gering is, gaan de lammeren het uier overbelasten. De lammeren kunnen nog niet veel met ruwvoer of brok. Hierdoor kan het weefsel beschadigen en kan een binnendringende bacterie veel sneller een ontsteking veroorzaken. Zorg voor ruim voldoende voer van topkwaliteit voor ooien met volop groeiende lammeren
3. Speenmoment
Wat is het ideale speenmoment van lammeren? Als we naar leeftijd kijken, wordt vaak minimaal 7 weken genoemd. Als we naar voeropname kijken geldt een dagopname van 200gram lammerenkorrel als een goed speenmoment. Voor vleestypische rassen is echter het lichaamsgewicht de beste indicator. Lammeren van 15 – 16kg zijn klaar om gespeend te worden. De magen zijn dan goed ontwikkeld. Speen je de lammeren bij een hoger gewicht dan zijn ze vaak al zo sterk dat ze met het zogen de ooi kunnen beschadigen.
4. Brok en ruwvoer
De eerste vier weken zijn de lammeren volledig aangewezen op de melk van de ooi. Vanaf vier weken gaan ze mee vreten met ruwvoer en krachtvoer. Het is niet erg als de lammeren wat mee-eten van het krachtvoer dat de ooi krijgt. Voor de ontwikkeling van de lammeren is het wel het beste om een plek te creëren waar alleen de lammeren kunnen komen om daar een goede lammerenkorrel te verstrekken, bijvoorbeeld Voerwaarts Lammerenkorrel Groei.
Verminder de krachtvoergift van de ooien bij een leeftijd van de lammeren van vier a vijf weken dagelijks met circa 5%. Hierdoor neemt de melkproductie langzaam af en worden de lammeren gedwongen om meer voedingsstoffen uit ruwvoer en lammerenkorrel te halen. Het vergemakkelijkt het spenen en voorkomt problemen bij de ooi na het spenen.
5. Spenen met oog voor de lammeren én de ooi
Het spenen van de lammeren is zowel voor de ooien als voor de lammeren stressvol. Stress kost energie en dus groei. Lammeren kunnen een dip in de groei vertonen en (hoogproductieve) ooien hebben kans op uierontsteking. Dat heeft weer zijn weerslag op de volgende dekperiode. De voerstrategie rond het spenen moet bijdragen aan de gezondheid van de lammeren én de ooi. Geef de ooien met lammeren 5 dagen voor het spenen een schrale weide en stop met krachtvoer, ook indien de ooien zichzelf ‘hebben weggegeven’ aan de lammeren en in schrale conditie zijn. Blijf wel drinkwater geven. Een strategie om uiers op te laten drogen met een beperkte watergift is niet de juiste. Blijf indien mogelijk de lammeren wel bij voeren. Ideaal zou zijn om de ooien weg te halen en de lammeren een aangrenzende wei te geven en deze niet te ver te verplaatsen. Stress kost groei.
Door het verminderde energieaanbod zal de melkgift in rap tempo afnemen. Dit zal er voor zorgen dat de uiers op kunnen drogen. Houd de uiers de week voor en na spenen goed in de gaten. Bij rode of gezwollen uiers kunt u in de eerste dagen na spenen eventueel een paar stralen melken om de druk er af te halen. Minder melk in het uier dwingt de lammeren in de laatste week van spenen om nog meer hun behoeftes uit ruwvoer te gaan halen.
Het duurt tot een dag of 14 na spenen voordat de uiers helemaal opgedroogd zijn. Dat is het moment om voergift weer op te bouwen en de conditiescore van de ooi naar score 3 te krijgen. De ooien vanaf dit moment in een rijke weide doen, helpt natuurlijk ook.
Score 3 houdt in dat de ruggengraat en de lendewervels voelbaar zijn, maar niet als scherpe uitsteeksels. Een schrale ooi weer in conditie krijgen, is niet in een week geregeld. Een ooi kun je ongeveer eentiende conditiescore per week laten aankomen na het spenen (≈1kg groei/week). Afhankelijk van het aanbod in de weide adviseren we in deze periode tot 500gram Voerwaarts schapenbrok conditie per ooi per dag, bij voorkeur verdelen over twee voerbeurten om pensverzuring te voorkomen. Bij grote verschillen in de conditie van de ooien is groepen maken de beste optie.
6. Lammerenopfok
Verplaats de voerbak van de lammeren regelmatig om overdracht van rotkreupel zoveel mogelijk te vermijden. Doe dit niet op de dag van spenen, ook hier weer om stress te voorkomen.
Na het spenen is het advies om 150 tot 250 gram Voerwaarts Lammerenkorrel Groei te verstrekken per lam per dag aan lammeren op de wei. Hiermee wordt voorzien in alle belangrijke mineralen en tevens wordt het eiwit en energie aangevuld. We streven hiermee bij vleestypische rassen een groei van 300g per dag na (2kg per week).
De lammeren die binnen worden afgemest, kunnen onbeperkt gevoerd worden met Voerwaarts Lammerenkorrel Groei en structuurrijk ruwvoer zoals hooi of stro.
Of uw doel nu is om een goed slachtlam te verkrijgen of om een mooi fokdier op te laten groeien: de maximale groei moet in deze fase altijd worden nagestreefd. Jeugdgroei benutten is essentieel om een economisch goed resultaat te behalen. In de zoogperiode is een goede melkgift van de ooien daarvoor het belangrijkst. De juiste bijvoeding en het voorkomen van stress rond het spenen zorgen ervoor dat het karkas zich goed zal ontwikkelen. Voor een goede karkasbouw is eiwit, energie en de juiste mineralen nodig. Dit is te vinden in goed ruwvoer dat aangevuld wordt met Voerwaarts Lammerenkorrel Groei.
Als het economisch rendement voor u de drijfveer is; selecteer dan nu op de ooien die hard groeiende lammeren geven.